Algemeen
Wat zit er in flesvoeding?
Toelichting op voedingsclaims

Belangrijke voedingsstoffen


Algemeen De inspiratiebron voor flesvoeding is uiteraard borstvoeding. Er is heel veel bekend over moedermelk en flesvoeding is hier qua samenstelling op aangepast. Maar flesvoeding kan borstvoeding alleen maar benaderen. In moedermelk zitten stoffen die heel specifiek zijn voor de mens. De samenstelling is zeer complex en verandert met de leeftijd van de baby. Vandaar dat borstvoeding wordt aanbevolen boven flesvoeding.

Wetenschappelijke adviesraden geven aan waar flesvoeding voor zuigelingen tot 1 jaar aan moet voldoen. De Warenwetregeling zuigelingenvoeding beschrijft precies uit welke voedingsstoffen (nutriënten) flesvoeding moet en mag bestaan. Daarbij wordt er verschil gemaakt tussen flesvoeding voor jonge baby’s die nog geen andere voeding krijgen (volledige zuigelingenvoeding) en flesvoeding voor baby’s vanaf 6 maanden tot 1 jaar oud, die ook ander voedsel krijgen (deze flesvoeding heet opvolgmelk). Volledige zuigelingenvoeding voorziet zuigelingen van alle voedingsstoffen die ze nodig hebben in de eerste zes maanden.

Per stof geeft de wet aan wat het minimale en maximale gehalte in flesvoeding mag zijn. Daardoor is er nauwelijks verschil in de samenstelling van verschillende merken flesvoeding. Dure voeding is dus niet beter. Maar fabrikanten willen je graag anders doen geloven. Dat doen ze door op de verpakking speciale termen te gebruiken voor ingrediënten of combinaties van ingrediënten. Zij geven bijvoorbeeld een combinatie van ijzer, calcium en vezels een bepaalde naam. Voorbeelden zijn namen als L-comfortis, ProComplex+ en Pronutra. Deze namen verwijzen naar ingrediënten als galacto-oligosachariden (GOS) en/of fructo-oligosachariden (FOS), DHA, AA, nucleotiden of een combinatie ervan. Deze ingrediënten komen ook in andere merken flesvoeding voor. Het unieke is niet de werking of de aanwezigheid van deze ingrediënten maar de geregistreerde (merk)naam.

Soms beweren fabrikanten van flesvoeding dat hun product een speciale samenstelling heeft en daarmee beter is voor de gezondheid van baby’s. Zo’n bewering wordt gezien als gezondheidsclaim. Daarvoor gelden speciale regels. De fabrikant mag deze claim alleen op de verpakking zetten als deze claim voldoende wetenschappelijk is onderbouwd. Er is een register waar alle claims op staan die zijn goedgekeurd of afgewezen door de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA). Daar kun je dus altijd opzoeken of een claim is geautoriseerd.

Wat zit er in flesvoeding?
  • Macronutriënten
Komen in grotere hoeveelheden voor en leveren energie.
Eiwitten
Belangrijk voor groei.
Koolhydraten
Voor energie en groei, inclusief vezels, die met name goed zijn voor een goede darmwerking.
Vetten
Voor energie en groei.
  • Micronutriënten
Komen in kleine hoeveelheden voor.
Mineralen
Calcium
Noodzakelijk voor botopbouw en tanden maar ook daarnaast nodig bij de werking van het spier- en zenuwstelsel.
Fosfor
Naast calcium zeer belangrijk voor de botten en daarnaast nodig voor diverse celfuncties.
IJzer
Belangrijk voor het zuurstoftransport in het bloed.
Koper
Noodzakelijk bij het vormen van bindweefsel en botten. Het zorgt ook voor de vorming van pigment van het haar, een goede werking van het afweersysteem en de bloedstolling. Koper is in het lichaam betrokken bij de overdracht van zuurstof (oxidatiereacties).
Magnesium
Ook een bestanddeel van botten en tanden, maar speelt ook een belangrijke rol in de energiehuishouding van het lichaam.
Zink
Essentieel voor de stofwisseling van het lichaam.
Jood
Voor een goede schildklierwerking.
Mangaan
Betrokken bij de energiestofwisseling.
Seleen
Speelt een rol in het lichaam bij het tegengaan van ongewenste oxidatiereacties.
Fluoride
In de voeding is fluor altijd gebonden aan een andere stof, zoals natrium of calcium. Helpt bij de bescherming van tanden. Voor zover bekend heeft fluoride geen andere functies in het lichaam.
Ook natrium, kalium en chloride zijn mineralen die een belangrijke rol spelen in de stofwisseling.

Vitamines
Vitamine A (retinol)
Essentieel in de groei, onder andere bij de celdifferentiëring.
Vitamine B1 (thiamine)
Belangrijk bij de koolhydraat-stofwisseling.
Vitamine B2 (riboflavine)
Belangrijk om energie te halen uit voedingsstoffen.
Vitamine B3 (niacine)
Noodzakelijk voor het goed functioneren van de huid, zenuwstelsel en de gehele stofwisseling.
Vitamine B5 (pantotheenzuur)
Is noodzakelijk om energie uit voedingsstoffen te halen.
Vitamine B6 (pyridoxine)
Heeft een rol bij de eiwit-stofwisseling.
Vitamine B8 (biotine)
Speelt een grote rol bij de stofwisseling van eiwitten.
Vitamine B11 (foliumzuur)
Nodig voor de aanmaak van de rode bloedcellen en voor de werking van de zenuwen.
Vitamine B12 (cyanocobalamine)
Noodzakelijk bij het aanmaken van bloed.
Vitamine D (calciferol)
Speelt een belangrijke rol ook bij de botopbouw. Kinderen hebben in elk geval tot hun vierde levensjaar extra vitamine D nodig, ongeacht de hoeveelheid vitamine D die al in de flesvoeding zit. Geef je kind tot en met 3 jaar elke dag 10 microgram vitamine D extra.
Vitamine E (tocoferol)
Draagt bij aan goede spierwerking en heeft een antioxidant-werking in het lichaam.
Vitamine K (fytomenadion)
Speelt een essentiële rol bij de werking van bloed. Als je kindje minimaal 500 milliliter flesvoeding op een dag krijgt, heeft je kindje tot 12 weken geen extra vitamine K nodig.

  • Overige nutriënten:
Taurine, choline, inositol en carnitine spelen net als vitamines belangrijke rollen bij de stofwisseling in het lichaam. Taurine mag worden toegevoegd aan flesvoeding, choline, inositol en carnitine zijn verplicht.

Toelichting op voedingsclaims Vaak staat er op de verpakking ‘met GOS/FOS 9:1’, ‘met DHA/AA’ en/of ‘met nucleotiden’. Wat zijn dit precies voor ingrediënten en waar zijn ze goed voor?

GOS/FOS:

GOS/FOS is de afkorting voor galacto-oligosachariden en fructo-oligosachariden. Dit zijn oplosbare vezels die een rol spelen in de spijsvertering en aan flesvoeding mogen worden toegevoegd. In het darmstelsel groeien met name ‘goede’ bacteriën op deze stoffen en zij zorgen zo voor een goede darmflora. Ook moedermelk bevat stoffen die mee helpen aan een goede darmwerking.

DHA/AA (ARA) / EPA (LCP’s)

LCP’s zijn belangrijke vetzuren die een baby maar in geringe mate zelf kan maken maar die wel een essentiele functie hebben in de stofwisseling en opbouw. LCP-vetzuren (of LC-PUFA’s) zijn meervoudig onverzadigde vetzuren met een lange keten. Ze vervullen een belangrijke functie in de ontwikkeling van de hersenen, het zenuwstelsel en het gezichtsvermogen. Belangrijke LCP-vetzuren voor een gezonde ontwikkeling zijn arachidonzuur (AA/ARA) en docosahexaeenzuur (DHA), eicosapentaeenzuur (EPA). Deze komen ook voor in moedermelk. Studies hebben aangetoond dat baby’s die alleen kunstvoeding krijgen, via flesvoeding waar LCP’s aan zijn toegevoegd net zoveel LCP’s binnen kunnen krijgen als baby's die borstvoeding krijgen.

Nucleotiden

Aan flesvoeding mogen bepaalde nucleotiden worden toegevoegd. Nucleotiden zijn de bouwstenen voor RNA/DNA, die de bouwtekening zijn voor het lichaam. Als deze bouwstenen ook via de voeding beschikbaar zijn, helpt dat in de eerste levensfase.

Specifieke of meer informatie nodig of nieuwsgierig geworden naar een bepaalde voedingsstof? Kijk dan op: